Goedkoop
en regenachtig
|
Door
Herman Veenhof
|
DE PLEK Is er iets treuriger dan een speeltuin in de regen, op de maandag dat die gesloten is. Op het eerste gezicht wel, maar op de een of andere manier passen deze omstandigheden bij de rust en het conservatisme dat deze uitgaansgelegenheid uitstraalt. Of is het schijn? De parkeerplaats is voorzien van nieuw grijszwart grint, waar voorheen zanderigheid troef was. En de meubeltjes op het terras buiten zijn niet uitgekozen op hun retrogehalte. Gewoon: metalen frames en kunstrieten zittingen. Binnen in de kantine, de cafetaria of het restaurant, waar pannenkoeken, ijs, patat en (als speciale lokale lekkernij) koffie met een dikke plak Nederhemerter mik te krijgen zijn, dringt de retrovraag zich nogmaals op. Hier is het oudmodisch kleedjesop- tafel interieur samengegaan met formica zithoeken, en die zijn nu weer in. Maar hier in de Speeltuin Nederhemert, aan de Kasteellaan, is niet veel veranderd sinds het begin, in de jaren vijftig. Natuurlijk voldoen de speeltuigen aan de wettelijke vereisten van nu, maar het oog en het hart springen op bij het aanschouwen van het kleinschalig metaal en de fris rood geverfde zittingen van wip, hobbelpaard en schommel. Ook de prijs klopt hier nog. In de jaren zestig betaalde je een met koningin Juliana getooid dubbeltje entree; nu 1,50. Kom daar maar eens om in de Efteling, Walibi of andere oorden op de brede weg van het volksvermaak. De smalle weg door de Bommelerwaard voert langs Hedel, Ammerzoden, Well – en dan hebben we al heel wat typische kerken en slotgrachten gezien. Nederhemert telt 1500 inwoners en hoort bij Zaltbommel. Het dorp kent een Noord- en Zuidvariant en dat komt door de Hemertsche Waard, die ligt ingeklemd tussen de Maas en de afgedamde Maas. Nederhemert-Zuid is een totale Swiebertje-ervaring, met mooie, witte doktershuizen, herenboerderijen, een erbij gedachte burgemeester en veldwachter en natuurlijk het kasteel. Dat werd in 1945 kapotgeschoten en was tot 2005 een ruïne. Nu is het met stichtingen en subsidie gerestaureerd, maar helaas een kantoor geworden. Het hek met gouden knoppen zit dicht, achter de ramen branden energiearme tl-buizen en voor de poort staan luxe leasebakken. Het voelt verkeerd, net zoals de kritiek van de originele bewoners; veel van de vroegere pachterswoningen en boerderijen zijn gekocht door mensen uit de Randstad. Gelukkig, de speeltuin is nog zoals het was. Kinderen wordt verzocht gebruik te maken van de toiletten achterin de speeltuin. Dat zijn dezelfde houten kotjes van toen de Beatles besloten hun haar te laten groeien. Fijn! En als je op de wip gaat zitten, kun je als je omhoog gaat, net de schepen zien op de Maas. Een grote binnenvaarder boomt voorbij, twee piramides van zand tussen steven en hut. Nog steeds krijg je hier als kind een stempeltje op je hand als je komt spelen. En nog steeds is de familie Kastelijn uitbater. Opa begon, als pachter van kasteeleigenaar Jacob van Wassenaer; kleinzoon Richard voert nu het bewind. Hij breidt niet uit, houdt de bestaande speeltuigen veilig en technisch in orde. Er is een draaimolen en een kabelbaan van 1.30 meter hoog. Er is een uitgerekt rood paard met metalen onderstel, als Langhors uit Pluk van de Petteflet van Annie M.G. Schmidt. De familieschommel is een houten plankier van anderhalf bij drie meter. Het hele gezin kan erop. En dan langzaam wiegen, niet snel en niet hoog. Niet snel en niet hoog. Dát hebben ze nou niet bij Walibi of de Efteling. Bron: Nederlands Dagblad |
woensdag 2 maart 2011
De Plek
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten